Wetboek van Strafvordering
Artikel 562
1
Indien vóór de tenuitvoerlegging van een in kracht van gewijsde gegaan vonnis of arrest, houdende veroordeling tot vrijheidsstraf, de veroordeelde is gaan lijden aan een ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens, kan het gerecht dat het vonnis of arrest heeft uitgesproken, de opschorting der tenuitvoerlegging bevelen.
[2.] De opschorting wordt bevolen, hetzij op de vordering van het openbaar ministerie, hetzij op het verzoekschrift van den raadsman van den veroordeelde. Ten aanzien van den raadsman gelden de bepalingen van den Derden Titel van het Eerste Boek.
[3.] Na het herstel wordt het bevel tot opschorting door hetzelfde gerecht, op vordering van het openbaar ministerie, ingetrokken.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.